18 oktober 2010
Alles onder één dak
”Alles onder één dak.” Onder die titel presenteerde het college in oktober een voorstel over het eigen huurbeleid. Het voorstel betrof de toestemming om een vaste voorziening op te nemen voor de huuropbrengsten die de gemeente zelf ontvangt. De SGP is hier voorstander van.
De huuropbrengsten worden ontvangen van de verhuurde panden waar de gemeente zelf eigenaar van is. Het is de bedoeling dat deze opbrengsten gereserveerd worden om het onderhoud van de panden die de gemeente in eigendom heeft dekkend te maken en om ze tijdig te kunnen betalen. Een deel van de huur wordt dus regelrecht gebruikt om te zorgen dat kozijnen goed in de verf blijven zitten, daken niet lekken, verwarmingsketels goed onderhouden worden en dat ander noodzakelijk onderhoud tijdig gerealiseerd kan worden.
Op deze manier wil de gemeente transparant laten zien dat de huur ten goede komt aan huurders. De gemeente wil minimaal niveau 3 (zie de tabel hieronder) als onderhoudsniveau handhaven.
Niveau |
Kwaliteit |
Kenmerken kwaliteit |
1 |
Uitstekende conditie |
Geen of zeer beperkte veroudering |
2 |
Goede conditie |
Beginnende veroudering door gebruik, weer en wind |
3 |
Redelijke conditie |
Verouderingsproces is op gang gekomen |
4 |
Matige conditie |
Het verouderingsproces heeft bouw- of installatiedelen duidelijk in zijn greep |
5 |
Slechte conditie |
Het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden |
6 |
Zeer slechte conditie |
Maximaal gebrekenbeeld |
Om na te gaan hoe het op dit moment gesteld is met de onderhoudsstaat van het onroerend goed waar de gemeente eigenaar van is, is er een screening geweest. Deze screening bestaat uit vier onderdelen:
· Analyse van het vastgoed
· Analyse van de contracten
· Conditiemeting, voldoet het vastgoed aan de vastgestelde kwaliteitsniveaus?
· Opstellen meerjarenonderhoudsplannen, met een financiële doorvertaling
Voor de analyse van het vastgoed en de daarbij behorende huurcontracten zijn 376 objecten gescreend. Dat levert de volgende voorlopige conclusies op:
· Het vastgoed dat het vastgoedbedrijf in beheer en eigendom heeft/krijgt, lijkt geen onderhoudsachterstanden te kennen. Verwacht wordt dat over het geheel geen investeringen nodig zijn. Het is mogelijk dat er nog wel enkele onderhoudsachterstanden bij een paar specifieke objecten worden aangetroffen.
· Het te verkopen bezit kent ook geen grote afwijkingen van het gewenste onderhoudsniveau (niveau 4), maar voor deze panden zijn op langere termijn wel investeringen voorzien om het gewenste niveau te handhaven.
· Het vastgoed in (her)ontwikkelingen kent grote onderhoudsachterstanden. Het voldoet vaak niet aan het gewenste onderhoudsniveau (niveau 4). Voor diverse objecten is verhuring niet meer verantwoord en is sloop de enige optie.)
Door de SGP is positief op het voorstel gereageerd. In onze bijdrage is aangegeven dat goed bestuur, een zorgvuldig financieel beleid en een transparant kostenoverzicht bij goed rentmeesterschap horen. Goed bestuur is merkbaar voor de burger en komt ook ten goede aan burgers. Daar moet het beleid en bestuur van een college zoveel mogelijk op gericht zijn.
Opsteker
Rentmeesterschap is een belangrijk begrip binnen de SGP-fractie omdat het onze Bijbelse opdracht is en het alles te maken heeft met goed bestuur. Goed rentmeesterschap raakt niet alleen een goede omgang met natuur en milieu, maar ook een goed beheer van de gemeentelijke schatkist. Rentmeesterschap heeft te maken met bruikleen, bewust omgaan met geld en materialen en het gericht zijn op duurzaamheid en de toekomst. Daar valt ook een huurbeleid onder dat is gericht op de belangen van de huurders.
Wethouder Metz (VVD) gaf in zijn reactie op de bijdragen vanuit de fracties aan dat rentmeesterschap weliswaar niet in zijn politieke ideologie past, maar dat hij het in dit geval een treffende en terechte duiding vond. Hij onderstreepte dit met een opgestoken duim. Een opsteker dus. Een liberale rentmeester klinkt misschien als een novum, maar in financieel zware tijden is het zo gek nog niet.
Jan Kloosterman