2 juli 2013

Coffeeshopbeleid roept grote vragen op

Het coffeeshopbeleid roept grote vragen op. De afgelopen maanden stond het onderwerp verschillende keren op de agenda. Van een keer ten goede is geen sprake.

In Apeldoorn mogen vijf coffeeshops zijn. Tot begin dit jaar waren dat er vier. In februari trok burgemeester Berends (CDA) echter de gedoogvergunning van ’t Bunkertje aan de Laan van Mensenrechten bij het station in, omdat deze coffeeshop een veel te grote voorraad softdrugs bezat. PvdA, D66 en GroenLinks stelden kritische vragen over deze sluiting. Gelukkig bleef ’t Bunkertje gesloten.

In maart kwam het onderwerp weer aan de orde. Een ondernemer had een aanvraag ingediend voor een zogenaamde wiet-drive, een mobiele coffeeshop. De beoogde plek zou de ventweg langs de Arnhemseweg zijn, vlakbij het viaduct van de A1. Hier staat ook een snackwagen.

Volgens de initiatiefnemers is een wiet-drive aan de rand van het stedelijk gebied een betere locatie dan in de stad. Er zou minder sprake zijn van overlast omdat er weinig omwonenden zijn. Bovendien ligt de plaats ver van kwetsbare groepen zoals scholieren.

Gelukkig voelde burgemeester Berends niets voor een wiet-drive. Aanvankelijk waren verschillende partijen zoals VVD, D66, PvdA en GroenLinks positiever. CDA, ChristenUnie, Gemeentebelangen en SGP wezen het voorstel gelijk af. Onze fractie vindt dat handhaving van het gedoogbeleid al moeilijk genoeg is. Met een wiet-drive aan de rand van Apeldoorn wordt dat nog lastiger. Uiteindelijk wees heel de raad het idee van de hand.

In april ontstond er opnieuw reuring. Ineens bleek dat de burgemeester toestemming had gegeven voor de vestiging van een coffeeshop aan de Arnhemseweg 181, in de buurt van onder meer kinderdagverblijf Ukkie, praktijkschool de Boog en snackbar Charly.

De buurt protesteerde scherp. Terecht, want er was geen enkel overleg geweest. Een rechtszaak volgde, waarbij de gemeente vooralsnog in het ongelijk werd gesteld. Gelukkig. Als SGP zijn we tegen coffeeshops (verslaving, overlast en vaak is er een relatie met illegale activiteiten zoals witwassen). Een vestiging buiten het centrum vinden wij zeker ongewenst. Het is daar nog moeilijker om toezicht te houden. Overigens is de coffeeshop niet lang open geweest, want half mei brak er een grote brand in het pand uit. Deze zou aangestoken zijn.

Vanwege alle perikelen rond de coffeeshops had de burgemeester toegezegd met een kadernotitie te komen om het huidige beleid dat in 2004 was vastgesteld opnieuw te bezien. In juni kwam de notitie, maar tot een inhoudelijke bespreking kwam het niet. Burgemeester Berends meende ten onrechte dat hij de bevoegdheid had om het beleid voor coffeeshops vast te stellen. Uit nader onderzoek bleek dat de raad echter de kaders hiervoor aan moet geven.

Na de zomervakantie komt het onderwerp weer aan de orde. Het voorstel is om het huidige beleid grotendeels te handhaven. Het is teleurstellend dat er geen beperkingen komen. De burgemeester wil daarentegen een grotere spreiding van de coffeeshops over het stedelijk gebied toestaan, omdat dit de overlast in de binnenstad zou verminderen.

Maar dat is –letterlijk– het verplaatsen van het probleem. Hierdoor waaiert het nog meer uit. Wie wil een coffeeshop als buurman, met alle overlast en een waardedaling van de woning als gevolg? Toen een omwonende van Arnhemseweg 181 dat in de PMA aan de raadsleden vroeg staken slechts enkelen voorzichtig hun vinger op...

Henk van den Berge