21 februari 2012

Heel Apeldoorns college treedt af

Het Apeldoorns college is donderdagavond 9 februari gevallen als gevolg van de grote problemen bij het grondbedrijf. De SGP vindt het aftreden jammer, maar begrijpelijk. Fractievoorzitter Henk van den Berge verklaarde dat ,,we moeten leren van de fouten. Bovendien moet er een nieuwe bestuurscultuur komen om het geschonden vertrouwen te herstellen.”

Het rapport ”De grond wordt duur betaald” van de enquêtecommissie grondbedrijf heeft de nodige voeten in de aarde gehad. Bij de eerste bespreking in de gemeenteraad van het rapport op 2 februari was VVD-wethouder Metz, jarenlang verantwoordelijk voor het grondbedrijf, al opgestapt. Hij legde zijn functie gelijk neer. Zijn collega-wethouders Stukker (CDA), Spoelstra (PvdA), Prinsen (D66) en Blokhuis (CU) kondigden een week later ook hun aftreden aan. Wel blijven zij nog de wettelijke termijn van een maand aan, zodat waarnemend burgemeester Esmeijer niet alleen komt te zitten.

Met het aftreden van het college kwam een eind aan de politieke behandeling van het onderzoeksrapport die zich uitsmeerde over twee avonden. Op de eerste avond van 2 februari gaven de verschillende fracties en het college eerst hun visie op het rapport. Toen vervolgens de vraag aan de orde kwam in welke mate men de conclusies en aanbevelingen van het rapport onderschreef, kreeg de vergadering een chaotisch verloop. Verschillende amendementen om belangrijke conclusies te veranderen leidden tot langdurige schorsingen van de collegepartijen en het college. Hoewel een aantal collegepartijen probeerden om zonder een goede onderbouwing enkele conclusies flink aan te passen, kregen ze hiervoor geen meerderheid, waardoor de bevindingen van het rapport uiteindelijk niet essentieel werden veranderd.

Vervolgens moest de raad zich nog uitspreken of het rapport politieke gevolgen zou hebben. Maar aangezien het inmiddels half twee ’s nachts was, werd besloten de vergadering te schorsen en een week later op 9 februari voort te zetten.

De niet-collegepartijen gaven in de vergadering van 9 februari hun ergernis over de gang van zaken in de vergadering van de week daarvoor aan. Ook de SGP deed dat. Die vergadering werd een blamage door de houding van het college, wethouder Metz en de collegepartijen. Sommige coalitiepartijen wekten de schijn wijzigingsvoorstellen te doen om de positie van hun wethouder veilig te stellen. De SGP was al kritisch gezien de bevindingen van het rapport, maar door de manier waarop op 2 februari de behandeling plaatsvond was de fractie nog veel meer teleurgesteld.

In de vergadering van 9 februari spraken bijna alle fracties hun ongenoegen, schaamte en spijt uit over de chaotische vergadering van vorige week. „Er werd over de waarheid onderhandeld”, aldus GroenLinks-fractievoorzitter Boddeke. CDA, PvdA, CU en D66 boden excuses aan.

De SGP had verwacht dat de behandeling van het rapport op 2 februari volstrekt anders zou verlopen. Er zijn fouten gemaakt en we verwachtten dat het college duidelijk schuld zou bekennen en dat de coalitiepartijen en het college zouden aangeven hoe we zouden gaan werken aan een betere en een andere cultuur. De behandeling van het rapport had daarvoor een goede aftrap kunnen vormen.

De inzet van de SGP op 2 februari was dat wij geen aftreden van het college wilden, vooral gezien het feit dat er nog erg belangrijke zaken moeten gebeuren, zoals een nieuwe ingrijpende bezuinigingsronde en een reorganisatie van het ambtelijk apparaat. Ons uitgangspunt is dat als iemand fouten maakt en oprecht aangeeft daar spijt van te hebben en daar echt lering uit te trekken dat we dan erg voorzichtig moeten zijn om iemand tot aftreden te dwingen. We mogen niet overhaast oordelen. Er staat immers in de Bijbel dat als iemand fouten maakt en deze oprecht belijdt dat dan de Heere het hem uit genade zal vergeven.

De vergadering van 2 februari verliep heel anders dan wij hadden ingeschat. De coalitiepartijen en het college toonden enerzijds wel een gevoel van schuld en verantwoordelijkheid, maar dit werd teniet gedaan doordat het college en de coalitiepartijen in hun houding en reacties het gevoel opriepen van partijpolitiek, machtspolitiek, achterkamertjespolitiek en soms zelfs van arrogantie. Dat is zeer ernstig.

Wij vonden het jammer dat ex-wethouder Metz op 9 februari niet meer als collegelid aanwezig was omdat we hem dan rechtstreeks hadden kunnen aanspreken. Gezien zijn grote verantwoordelijkheid voor het dossier grondbedrijf, vindt de SGP het terecht dat hij is afgetreden.

In de vergadering van 9 februari hebben wij het college en de coalitiepartijen nadrukkelijk aangesproken. De SGP heeft de achterliggende jaren steeds vanuit een constructieve houding een bijdrage willen leveren aan het besturen van onze gemeente en dat willen wij blijven doen. Wij voelen ons geen oppositiepartij, maar ons vertrouwen in het college en de coalitie is wel ernstig geschaad. Dat zijn zware woorden, maar daar was de situatie ook naar, gezien de bevindingen uit het rapport, de grote tekorten, de grote verliezen door de afwaarderingen in het grondbedrijf en de huidige bestuurscultuur.

Onze fractie ziet structurele patronen in de Apeldoornse politiek die moeten veranderen. Wij vinden het belangrijk die te benoemen en te bespreken in de hoop dat het in het belang van onze burgers bijdraagt aan de noodzakelijke verbeteringen van het functioneren van de raad en het college. Moeten we niet af van het oude politieke denken, in termen van machtsblokken, achterkamertjes en politieke spelletjes? Het beeld bestaat te veel dat vooral de grotere drie partijen, CDA, VVD en de PvdA, alles willen bepalen en dat sommige anderen af en toe mogen meedoen. Er is een andere houding nodig om het zwaar geschonden vertrouwen in de lokale politiek en de gemeente te herstellen. Wat wij nodig hebben is een eerlijk, geloofwaardig en transparant bestuur. Daar wil de SGP zich voor inzetten.

Na de bijdragen van de fracties kondigde wethouder Spoelstra het aftreden van het college aan. Wethouder Spoelstra (PvdA) constateerde dat de gemeenteraad het college verantwoordelijk houdt voor de ontstane financiële problemen. „Een niet mis te verstaan signaal.” De tekorten bij het grondbedrijf liggen tussen de 115 en de 200 miljoen euro. Volgens Spoelstra hebben twee aspecten geleid tot het besluit af te treden: het oordeel van de gemeenteraad over het onjuist informeren én de wens een nieuwe start te maken. „Apeldoorn staat er niet alleen slecht voor, de gemeente staat er ook slecht op.”

De SGP vindt het aftreden triest. Het is een hard gelag. De wethouders hebben zich volop ingezet voor de gemeente. Dat ze nu moeten aftreden vanwege een dossier waarvoor zij in eerste instantie niet verantwoordelijk zijn is wrang, maar het was gezien de gang van zaken in de achterliggende weken onvermijdelijk. We hebben de wethouders hartelijk bedankt voor hun inzet.

Het is nu belangrijk dat er een nieuwe start komt. De formatie van een nieuw college is inmiddels begonnen. Het is belangrijk dat er een college komt dat op een breed draagvlak kan rekenen. Dat is hard nodig gezien de grote financiële en bestuurlijke problemen. Bovendien moeten het college en de raad hard werken om het geschonden vertrouwen richting de bevolking te herstellen.

Ook de SGP heeft daarin vanuit de Bijbelse beginselen een belangrijke taak en verantwoordelijkheid. Wij zullen blijven pleiten voor een andere cultuur. Dat betekent onder andere echt luisteren naar elkaar, goede notie nemen van kritiek van collega’s, ambtenaren en burgers, niet sjoemelen met de waarheid, oppassen voor tunnelvisies en integer met elkaar omgaan.