28 februari 2017
SGP vindt goed armoedebeleid belangrijk
Het minimabeleid in Apeldoorn blijft de aandacht vragen. Het gaat om een grote groep inwoners. De armoede moet worden tegengegaan, vindt de SGP.
Mensen met een minimuminkomen hebben het niet gemakkelijk. Zij hebben het weliswaar niet zo moeilijk als in vele arme delen van de wereld, maar het is wel belangrijk dat zij worden geholpen.
Om hen te ondersteunen heeft de gemeente een zogenaamd minima- en armoedebeleid. Daar maakten vorig jaar circa 12.500 inwoners gebruik van, ofwel 8 procent van de Apeldoornse bevolking. Hiertoe behoren bijna 2900 kinderen. Het betreft mensen op bijstandsniveau tot 120 procent van de bijstand. Ook gepensioneerden zonder of met een klein aanvullend pensioen vallen in deze categorie.
Strippenkaart
Met het armoedebeleid was vorig jaar 8 miljoen euro gemoeid. Hiervan ging 3,6 miljoen euro naar de bijzondere bijstand en 4,4 miljoen euro naar minimaregelingen. Dat betreft bijvoorbeeld een speciale zorgverzekering, de Regelrecht-strippenkaart van 46 of 69 euro (hiermee kunnen minima korting krijgen bij onder andere cursussen, cultuur, sport, winkels en het Reformatorisch Dagblad) en de Kidskaart van 75 euro per kind.
Daarnaast zijn er nog verschillende regelingen. Voorbeelden zijn de bijdragen van Stichting Leergeld voor kinderen voor school, sport en cultuur en het kwijtscheldingsbeleid (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing, hondenbelasting, OZB en waterschap).
Armoedeval
Belangrijk is dat het armoedebeleid effectief is. Daarom wil de raad beter zicht krijgen op de positie van de lage inkomens en op de vraag of het minimabeleid echt helpt. Het Nibud (het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) kreeg de opdracht dit uit te zoeken.
Begin dit jaar presenteerde het Nibud de onderzoeksresultaten. Daarin werd geconstateerd dat de inkomensondersteuning in Apeldoorn een duidelijk positief effect heeft op de minima, ook in vergelijking met andere gemeenten.
Een belangrijk punt van aandacht is wel dat de mensen met een inkomen tussen 120 en 150 procent van het minimum het vaak moeilijker hebben, omdat zij nauwelijks of niet in aanmerking komen voor allerlei toeslagen en regelingen. Hierdoor kan er sprake zijn van een armoedeval. Deze situatie kan bijvoorbeeld ontstaan als iemand eerst in de bijstand zit en dan een iets hoger inkomen krijgt als hij aan het werk gaat. Per saldo kan iemand er dan ineens op achteruitgaan.
Een ander groot probleem vormen de zorgkosten voor met name alleenstaanden en (eenouder-)gezinnen met kinderen. Gezinnen met kinderen zijn sowieso het meest kwetsbaar. Het Nibud adviseert om daar meer aan te doen via bijvoorbeeld een verhoging van de Kidskaart.
De gemeenteraad heeft het Nibud-onderzoek besproken met vele organisaties die zich inzetten voor de minima. Hieruit bleek dat de onderlinge afstemming en voorlichting verbeterd kan worden. Veel formulieren zijn voor de doelgroep te ingewikkeld en verschillende regelingen om te helpen zijn onbekend.
Gehandicapten en ouderen
Een ander probleem dat vaak voorkomt heeft te maken met de veranderingen in de zorg. De kosten kunnen fors toenemen als gevolg van een hogere eigen bijdrage, de lagere vergoeding voor medicijnen en bijvoorbeeld het duurder worden van de regiotaxi. Gehandicapten, maar ook ouderen hebben door deze stapeling van extra kosten meer problemen om rond te kunnen komen.
Het college en de gemeenteraad gaan aan de hand van alle informatie de komende maanden kijken hoe het minimabeleid kan worden verbeterd. De SGP hecht hier vanuit de optiek van christelijke naastenliefde zeer veel waarde aan. Voor ons is dit een speerpunt. De overheid dient een schild te zijn voor de zwakkere medemens.
Voor meer informatie: Geldzorgen.info en www.tribuut.nl/apeldoorn-info-kwijtschelding
Henk van den Berge
fractievoorzitter