Kijken naar positie veehouderij in buitengebied

De gemeente denkt nadrukkelijk na over functieveranderingen in de buitengebieden (het platteland). Daarbij speelt de toekomst van de veehouderij een belangrijke rol.

In de buitengebieden van de gemeente wordt het beeld bepaald door veehouderijen. Al vele jaren daalt het aantal bedrijven. Nu zijn er nog 209. Daar staat tegenover dat het aantal dieren per bedrijf toeneemt (schaalvergroting). Het buitengebied gaat echter veranderen. Daarbij speelt een belangrijke rol dat een raadsmeerderheid een natuurinclusieve kringlooplandbouw wil. Aan de bedrijven wil men hogere eisen stellen. Daarnaast moet in de buitengebieden rekening worden gehouden met ontwikkelingen als de stikstofproblematiek, energietransitie en de woningbouwopgave. Om op dergelijke vraagstukken beter in te kunnen spelen, streeft de gemeente naar gebiedsgericht beleid. Uitgangspunt hierbij is dat er per locatie maatwerk nodig is. De SGP steunt dat en benadrukte bovendien dat er afhankelijk van de plek ook meer mogelijkheden voor initiatieven moeten zijn. Gelukkig onderschreef een raadsmeerderheid dat. Het platteland mag niet op slot worden gezet. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat een veehouderij, mede afhankelijk van onder meer de milieuregels, op de ene locatie de mogelijkheid krijgt voor nevenactiviteiten als recreatie, terwijl op een andere plek de nadruk ligt op sanering en woningbouw. Of dat er juist twee minder rendabele veehouderijen worden samengevoegd om één bedrijf mogelijk te maken dat beter aan de regels voldoet.

Gebiedsmakelaar

Agrariërs zullen moeten nadenken over de toekomst van hun bedrijf. De bedoeling is dat de gemeente gebiedsmakelaars aanstelt om te onderzoeken wat de mogelijkheden per bedrijf zijn, zodat allerlei ontwikkelingen zo goed op elkaar kunnen worden afgestemd. Dat is een goede zaak.

Henk van den Berge